Verslag Hannah Arendt, Tussen verleden en toekomst

[wtr-time]

Tussen verleden en toekomst is een bundel essays van Arendt die zij publiceerde in 1961 (1968). De acht essays behandelen verschillende filosofische en maatschappelijke onderwerpen. Het is een boek met een belangrijke inhoud, maar het kost wel de nodige moeite om je die eigen te maken. Een filosofieboek van Hannah Arendt is een uitdaging en dit boek is daarop geen uitzondering. De essays  zijn geen afgeronde verhalen, maar denkoefeningen. Daarbij komt dat de essays niet uitgaan van een duidelijke vraagstelling en ook meestal niet tot een conclusie leiden. Deze vaagheid is ook wel de bedoeling van Arendt; het gaat niet om afgeronde verhalen, maar om het denken en de lezer moet meedenken. Daarnaast heeft Arendt in dit boek de neiging om onderwerpen van alle kanten te benaderen, waardoor de lijn uit haar betoog soms verdwijnt.

In het essay Traditie en de moderne tijd overdenkt ze de ontwikkeling van politieke filosofie. In onze bespreking werd hierbij gerefereerd aan The Human Condition, een tekst van Arendt, waarin zij de relatie tussen arbeiden, werken en handelen ontleedt. In onze tekst wordt dat uitgebreid met het spanningsveld tussen denken en handelen, ook refererend aan de Griekse en Romeinse traditie. Voor Arendt begon de politieke filosofie met Plato en eindigde zij met Marx, want de laatste deed een  oproep om niet over de maatschappij te filosoferen maar om haar te veranderen.

Naar aanleiding van het essay Crisis in de cultuur bespraken we het door Arendt gemaakte onderscheid tussen cultuur en massacultuur. Dat laatste duidt zij ook als entertainment, waarbij er toch wel sprake is van een negatieve connotatie. De vraag is of dat terecht is of niet. Een vergelijking kan worden gemaakt met de tekst over Cultuurindustrie in Dialektiek der Aufklärung van Horkheimer en Adorno. Naast elkaar leggen van beide teksten zou een interessante oefening kunnen zijn.

In Crisis in het Onderwijs bespreekt Arendt het vervagen van het onderscheid tussen spel en werk in het contemporaine (is jaren zestig) onderwijs. Vraag is of zij hier het Duitse of het Amerikaanse onderwijs op het oog heeft; wij denken het laatste. Op dit moment lijkt het ook niet goed te gaan in het Nederlandse onderwijs; kunnen we hier van het denken Arendt nog wat leren?

Met betrekking tot het essay Wat is autoriteit zijn we ingegaan op het onderscheid dat Arendt maakt tussen verschillende vormen van staatsinrichting met een autoritaire structuur, te weten het autoritaire regime, de tirannie en het totalitaire bewind. Oefening is om voor elk van deze systemen een staat aan te wijzen die past bij een van deze typeringen. Een vergelijking met De Staat van Plato is hier ook interessant, want Plato lijkt eerder voor een van deze staatsvormen te kiezen dan voor de democratie.

De titel van het boek, Tussen verleden en toekomst, roept ook de vraag op wat het heden dan is. Normaal gesproken zou je zeggen beide in elkaars verlengde liggen, dus langs een rechte lijn met het nu als onderscheidend punt. Zo niet bij Arendt: zij komt met een ingewikkelde constructie waarbij het verleden en de toekomst zijdelings op elkaar inwerken, zoals bij de zijden van een parallellogram; het heden ligt dan langs de diagonaal daarvan. Nogal lastig te begrijpen.

Ondanks de eerder genoemde beperkingen is het toch een rijk boek. Het vraagt echter nauwkeurige lezing en analyse. Uit het bovenstaande blijkt dat we in de ons gegeven tijd daar te weinig aan toe gekomen zijn. Eigenlijk vraagt elk essay een aparte bespreking, zowel om het te begrijpen als om de inhoud te betrekken op het huidige tijdgewricht. Denk aan onderwijs, cultuur en autoriteit.

Huug van der Vlist