De jaarlijkse fietsexcursie van de Suster had als bestemming Bergen op Zoom. De stad bleek een verrassing, met een prachtig historisch centrum. En in het zomerzonnetje was het drie dagen goed fietsen.
De eerste dag ging de route naar het Belgische Kalmthout. Op twee plaatsen bekeken we een reconstructie van De Dodendraad. Dodendraad is de titel die de volksmond gaf aan een versperring die de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog langs de Belgisch-Nederlandse grens oprichtten. Nederland maakte geen bezwaar, want wilde strikt neutraal blijven en de Dodendraad maakte bewaking van de eigen grens alleen maar gemakkelijker. De versperring bestond uit verschillende lijnen prikkeldraad, die onder stroom (2000 Volt) stonden, en was bedoeld om Belgische vluchtelingen en Duitse deserteurs tegen te houden, om spionageberichten uit het bezette gebied via Nederland naar de geallieerden onmogelijk te maken en om smokkel te voorkomen.
De Dodendraad functioneerde tussen 1915-1918, en kostte naar schatting enkele duizenden mensen het leven, waaronder spelende kinderen en mensen die de gevaren van elektriciteit niet kenden. Natuurlijk werden er ook methoden gevonden om de Dodendraad te passeren. De meest gebruikte was het “passeursraam”: een houten, inklapbaar frame met rubber aan de buitenkant, dat tussen de draden geplaatst kon worden. Er wordt geschat dat zo’n 30.000 mensen de Dodendraad zijn gepasseerd.
De tweede dag cirkelde de route rond Ossendrecht, en beklommen we de Brabantse wal, een verhoging van zo’n 15 meter in het landschap, overgang van de lagergelegen zeekleipolders naar de hoger gelegen zandgronden. Bij Putte, vlak bij de Belgische grens, stopten we bij drie naast elkaar gelegen joodse begraafplaatsen, een groot complex. Het zijn de begraafplaatsen van de Antwerpse joodse gemeenschap. Veel Belgische joden geven er de voorkeur aan hun doden in Nederland te begraven, omdat in België het recht op eeuwige rust niet gewaarborgd is. Op een joodse begraafplaats geldt ‘eeuwige grafrust’, en dat heeft te maken met de verwachting die orthodoxe joden hebben, dat bij de wederopstanding lichaam en ziel weer verenigd worden.
Fietsten we op de eerste dag door boerenland, bos en hei, op de tweede dag gingen we terug naar Bergen op Zoom langs het Schelde-Rijnkanaal en de indrukwekkende Kreekraksluizen. Bergen op Zoom ligt strategisch en vormt de toegang tot Zeeland, de Schelde en achterland. Geen wonder dat er in vroeger eeuwen zwaar gestreden werd om het bezit van de stad. Tijdens de Opstand lukte het de Spanjaarden niet de stad in te nemen. In het bekende “Merck toch hoe sterck” (“Berg op Zoom, houdt u vroom (= dapper”) klinkt de trots dat men het beleg doorstaan heeft.
Op de laatste fietsdag fietsten we in een bijna-cirkel om de stad. We deden het landgoed Mattemburgh aan, dat een prachtige Orangerie bleek te hebben, die functioneerde als restaurant. De koffie was helaas lauw, de taart daarentegen van grote klasse, en de locatie fantastisch. De laatste stop maakten we bij Fort de Roovere, een 17e eeuwse schans, deel van de in die eeuw aangelegde West-Brabantse waterlinie.
Na een afscheidslunch op de Grote Markt te Bergen op Zoom, met zicht op de Peperbustoren van de Sint Gertrudis, zat het erop, en konden de deelnemers terugkijken op een geslaagde reis, zonder valpartijen of lekke banden.
Wie een ontspannen fietstocht met culturele onderbrekingen en regelmatige culinaire stops kan waarderen: ga volgend jaar mee!